Uhm… Excuse me, sir? Can I take a picture of your children?
Een verlegen Cambodjaanse toerist vraagt of hij samen met Bas en Lena op de foto mag. Het was ons al opgevallen dat onze kinderen populair zijn bij de locals maar van een directe vraag als deze sta ik toch even te kijken. Bas – en vooral Lena – vinden het best fijn om te poseren en ik ga akkoord. Op toeristische trekpleisters zal blijken dat we vaak worden aangesproken voor een foto. Als Bas er geen zin in heeft flapt hij er een keurig ‘No, thank you!’ uit of verdwijnt hij discreet terwijl zijn zus met alle aandacht gaat lopen. Toen ik voor mijn werk in Shanghai was had ik dit ook al voor en ik blijf het mij afvragen. Wat hebben ze er mee? Waarom willen ze per se met een westerling op de foto? Verzinnen ze daar thuis een verhaal bij? Komen deze foto’s op hun Facebook terecht?
Kiekjes schieten blijkt voor de Aziatische toerist een doel op zich. Ze lijken zich weinig aan te trekken van wat ze fotograferen zolang ze zelf maar de hoofdrol spelen. Een Chinese jongeman vraagt mij om een foto van hem te maken voor een kraam met ananas. Hij bepaalt en toont me de hoek, geeft me zijn toestel en poseert alsof hij de ananassen aan biedt. Zijn toestel staat vol foto’s van hemzelf bij iets: het snoepkraam wat verderop, de minibus waarmee we onderweg zijn, … Houdt hij er een amusante blog op na of is dit de eerste maal in zijn leven dat hij zoveel ananas samen ziet? “Good picture,” glimlach ik als ik zijn toestel terug geef. Hij knikt me beleefd toe en gaat onmiddellijk op zoek naar een nieuw onderwerp. Het valt mij overal op: de Aziaten maken er iets van als ze op de foto staan. Vergeet de krampachtige Vlaming die stokstijf aan de voeten van de David van Michelangelo gaat staan. Hier gaat men voor expressie en dynamiek.
Bas en Lena moeten best wel assertief leren zijn want de meeste mensen zijn verre van zo beleefd als die eerste jongeman en klampen de kinderen aan al was het maar eens om aan het haar te voelen, over de neus te wrijven of in de wang te knijpen. Bij ons bezoek aan het koninklijk paleis in Phnom Penh slaan we zelfs even op de vlucht omdat de kinderen steeds werden gekaapt door enthousiaste kiekjesschieters.
“I’m sorry, sir. Can I have a picture of you and your family with my family?” vraagt de verlegen toerist opnieuw. “Okay,” zeg ik: “But I want you to take a picture with my camera too.” Hij stemt onmiddellijk en stralend toe en ik geef hem mijn toestel. We poseren voor enkele plaatjes en nemen afscheid. “Kom, snel,” fluister ik tegen Lena: “We gaan een andere plek bekijken.” Want ik zie wat verder al een gezinnetje dat gemerkt heeft dat we wel willen poseren.
<<< Naar Stinkend fruit – Naar deel 14 – Een stad op rode aarde >>>