Wiskunde in Bangkok

ONZE 3 MAANDEN IN ZUIDOOST-AZIË (deel 23)

“I’m a math teacher,” zegt hij, vaag voor zich uit wijzend om te tonen dat hij naar zijn werk stapt. Een oudere heer, keurig en donker gekleed, zijn ogen verstopt achter een goedkope zonnebril, begon daarnet aan het zebrapad onder de Sirat Expressway te babbelen. Een spontane babbel terwijl we samen dezelfde richting uit wandelen.

“Waar ga je naar toe?” vraagt hij. “We gaan de stad verkennen met de boot.” zeg ik terwijl ik Bas even blokkeer in zijn vraag. Dat doet Bas vaak als ik aan de praat raak. Dan komt er steeds een belangrijke vraag over het leven van Batman of de vijanden van Spiderman. De man lacht hem toe. Een glimlach van een oude roker. Bruine tanden die op de plaats van de sigaret weggevreten zijn door de teer.

Bangkok-traffic

Bangkok traffic: 6 rijstroken, 2 verdiepingen Skytrain, overal voetgangersbruggen en … stilstaand verkeer.

Bangkok is de tweede grote stad op ons programma en de eerste echte wereldstad. De plek is zo uitgestrekt dat je het amper kan bevatten maar wat nog indrukwekkender is, is de dichtheid van de stad. Je hebt autostrades die over de stad lopen, eronder liggen brede rijwegen met zes vakken, die steeds verder vertakken in viervaks- of tweevakswegen en uiteindelijk in steegjes waar alleen nog bromfietsen komen en ook die steegjes vertakken weer in straatjes, gangetjes die bijna de huiselijkheid van een woonkamer krijgen. Als je er door loopt, stap je bijna bij mensen thuis binnen. Oma’s tukken aan hun achterdeur, plantjes markeren een balkon op de begane grond. De straat geeft er als een open huiskamerdeur het leven van de stadsbewoners prijs.

Wandelen in de Silom Road

Het Mile Map Hostel

We wandelen langs Silom Road, een brede laan met een groene middenberm. “Your Son?” hij wijst naar Bas. “Yep.” zeg ik: “Mijn madam en mijn dochter lopen een paar meter achter ons.” “You stay in hotel?” Hij lacht even naar de dames. “Nee, we verblijven in een hostel een straat of zes terug. A Great place!”

Het Mile Map Hostel was inderdaad een vondst. Om op ons gemak een guesthouse te kunnen zoeken, hadden we onze zware rugzakken bij aankomst in het station achter gelaten. Ik had een document moeten tekenen dat er niks eetbaars in onze rugzakken zat. “Ratten?” vroeg ik als een reiswijze backpacker en de knaap knikte. Maar ik wist dat alleen omdat ik hem dat daarnet heel duidelijk had zien maken aan twee Franse meisjes. Toen ze vroegen waarom de chocolade uit hun koffer moest, had de gezette rasta-kerel een pluchen rat boven gehaald om er – achteloos met zijn tanden klapperend – mee aan hun koffer te knagen. Dat was voor de Française genoeg geweest om haar koffer open te gooien en de in plastic gewikkelde chocoladerepen van tussen haar ondergoed te vissen.

Samen met wat Amerikanen ontbijten in Mile Map Hostel.

Samen met wat Amerikanen ontbijten in Mile Map Hostel.

Het Mile Map Hostel was de vierde plek die we bezochten: kraaknet, pas gerenoveerd, met een grote gemeenschappelijke lobby, een keuken, wasmachine, droogkast en een fijn dakterras dat tot 22 uur open is. Om last met de buren te voorkomen hingen allerlei gekke berichten rond: “Gooi geen troep naar beneden bij de buren”, “Gelieve geen seks te hebben op de gemeenschappelijke plaatsen”,… Ik wist onmiddellijk dat het te duur zou zijn maar omdat we gelijk voor 5 nachten wilden betalen, deden ze 200 baht van hun oorspronkelijke prijs per nacht.

Het blijkt een geweldige plek en bovendien klikt het enorm tussen onze kinderen en de dames die in het hostel werken. Die dames lijken daar gewoon te leven. Ze hebben vlakbij de keuken hun eigen slaapkamer, eten achter de receptie en ’s avonds wordt de lobby hun woonkamer. Dan zitten ze samen naar een Thaise soap te kijken waarvan de intriges, de bombast en het potsierlijk acteren ronduit indrukwekkend zijn.

Mile Map Hostel

Bas en Lena glippen steeds opnieuw weg uit onze kamer. Je kent dat wel. Het moment waarop het verdacht stil wordt in huis. Je kan even ongestoord je boek lezen of Facebook checken en dan besef je dat de stilte te lang duurt. Als ik ze dan ga zoeken, liggen ze steeds languit in de zetel met één van de dames; YouTube te kijken op haar smartphone.

Steeds, behalve toen we Lena even echt kwijt waren. Bas was bezig met zijn huiswerk en we hadden onze meid waarschijnlijk al een half uur niet gezien toen we beseften dat alle meisjes van het hostel rondom ons aan het werk waren. “Heb je Lena nog gezien?” vroeg Griet. “Nee? Is ze niet naar boven?” keek ik op van mijn boek: “Ik ga eens gaan checken.” Ik ging er van uit dat ze in onze kamer in slaap gevallen was. Toen die echter leeg bleek te zijn kreeg ik het toch even benauwd. “Lena?!” riep ik in de gang van ons verdiep. Geen antwoord. Ook op de verdiepingen hoger geen antwoord tot ik aan het balkon net onder het dakterras een zeurderig stemmetje hoorde: “Ik wil hier weg…” Daar stond ze dan, boven aan de draaitrap: “Mijn voeten doen pijn en ik kan niet meer naar beneden.” De zwart geschilderde stalen draaitrap naar het terras wordt door de zon heel erg warm. Lena was blootsvoets naar boven geklommen, besefte halverwege dat het pijn deed en klom verder naar boven in plaats van terug naar beneden: “Ik kon niet meer naar beneden, hé papa. Dat was veel te warm voor mijn voetjes hoor.”

Dresscodes (en er niet aan voldoen)

De wiskundeleraar wijst nu en dan voor zich uit alsof hij ons nu de weg wijst. “You take the tourist boat?” vraagt hij en een nieuw gebaar moet  uitleggen dat hij wel weet waar naar toe. “Nee hoor” – ik kijk nog eens in onze Trotter – “We nemen de Express Boat aan Tha Oriental.” Een kleine knik van hem laat in het midden wat hij er van vindt. “Woon je al lang in Bangkok?” hou ik het gesprek gaande. “Thirty years,” gromt hij. De gouden koepel van The State Tower, één van de vele wolkenkrabbers die de stad rijk is, torent boven ons uit. Een pompeus en log geval dat zijn enige charme ontleent aan de bijna trompe l’oeuil-achtige repetitie van de halfronde balkons aan elk venster.

Toen we voor de derde maal aan de toren waren gepasseerd, waagden we een poging om helemaal tot boven in de Skybar te raken. We raakten niet verder dan de lift waar een charmante en uitzonderlijk goed geklede dame er mij vriendelijk op wees dat ik met mijn korte broek en Limited Addiction t-shirt niet aan de dresscode voldeed. Na feedback van hun gerespecteerde klanten had Lebua at State Tower bovendien beslist om geen kinderen jonger dan 12 jaar toe te laten. Als we dat nog wilden konden we wel een drankje genieten aan het zwembad op de 17e verdieping.

Ik dronk er een belachelijke dure Blauwe Chimay (mijn eerste Belgische bier in twee maanden) en we verbaasden ons over het feit dat de gasten van het hotel stompzinnig hoge bedragen betaalden in verhouding tot de echte prijs van de dingen beneden op straat. Bas stapelde wat stenen in de fake zentuin en Lena ging staren aan het venster van de fitnessruimte, pal voor een man die op de loopband aan het zweten was. Ik zag hem wat verward speuren naar waar dat kokette meisje met de krullen toch vandaan kon komen. Toen hij mijn richting uit keek, toostte ik met Griet en deed even alsof mijn neus bloedde. Of hoe je je tussen een pot westerlingen toch helemaal niet op je plaats kan voelen.

Lebua State Tower

De gouden koepel van de State Tower. Met korte broek of met kinderen raak je er niet binnen.

When in Bangkok, take the Express Boat

Bij The State Tower moeten we volgens mijn plan naar rechts. Ik stop aan het zebrapad en de leraar wiskunde doet een tweetal stappen voor hij ziet dat ik hem niet meer volg. “This way,” roept hij, weer voor zich uit wijzend. Ik kijk nogmaals op mijn kaart en ben vrij zeker van mijn stuk. “Nee hoor, wij gaan die kant op,” lach ik hem vriendelijk toe. “Maar hierlangs is een dichtere stop” – wijst weer voor zich uit – “and better boat.” De meisjes halen ons in en Griet vraagt wat er is. “Volgens onze mijnheer is er die kant op een dichtere stop maar ik vind dat nergens op mijn kaart.” zeg ik terwijl de man met een steeds grimmiger wordend gezicht op ons te blijft wachten. “No thank you, we’re taking the Express Boat,” besluit ik. Ik steek mijn hand op bij wijze van afscheid en stap het zebrapad op. Hij haalt hij zijn schouders op met een norsheid die ik daarnet niet vermoed zou hebben en wandelt zonder omkijken verder.

Express boat op de Chao PrayaDie Express Boat is trouwens een geweldige manier om je door Bangkok voort te bewegen. Lange smalle boten volgen de hele dag hetzelfde traject op de Chao Praya. Je wacht tot de boot met de juiste vlag (Express Boat is oranje) uit de juiste richting komt en houd je klaar. Een jongeman staat achter op het dek en fluit signalen naar de kapitein die helemaal vooraan in de boot zit. Op basis van wat die hoort, vertrekt hij, gaat hij achteruit of blijft hij staan. De boot brult en bonkt tegen de wankele pontons en je moet voortmaken als je er op wil raken. Het hele systeem heeft iets primitief en spannend maar loopt uitzonderlijk geolied. De boot zit doorgaans barstensvol maar toch slaagt de ticket mevrouw erin om, schuddend met haar blikken doos, de nieuwe passagiers te vinden. Het is een avontuur op zich en in verhouding tot het andere openbaar vervoer is het spotgoedkoop. Een volwassene betaalt 15 baht per traject (ongeacht hoe ver je mee vaart) en voor kinderen is het gratis.

Express boat op de Chao Praya

1 + 1 = 1

“Wat was dat allemaal met die vent,” vraagt Griet aan de overkant van het zebrapad. “Ik weet het niet,” haal ik mijn schouders op: “Hij was precies boos omdat we niet met hem mee wilden.” Ik kijk nog even op mijn kaart om te zien hoe we nu best kunnen lopen en merk dat een andere wat oudere man met een witte snor dat in de gaten krijgt. “Are you lookig for a boat?” raadt hij bijna blindelings: “I know where to go.” Ook hij begint met ons mee te wandelen. Hij moet mijn argwanende blik hebben opgemerkt en begint zich voor te stellen: “My name is … (de naam ben ik vergeten) en ik geef wiskunde aan een school hier wat verder…” Diep fronsend kijk ik hem aan. Wat is dit? Een déja-vu na vijf minuten? De man gesticuleert met zijn handen: “Het is die kant op!” (hij lijkt nog een nieuwe route te kennen). Hoofdschuddend hou ik stil. Is dit weer een of andere zwendel? Wat denken ze? Een wiskundeleraar, dat is een boegbeeld van vertrouwen en deskundigheid, daar trapt de toerist zo in? “No, thanks mister,” zeg ik hem wat geprikkeld: “Ik weet de weg en ik heb geen hulp nodig.” Hij snapt de boodschap, draait zich gelaten om en keert terug.

Nu heb ik wat spijt dat ik niet langer met die tweede wiskundeleraar ben mee gewandeld. Misschien had ik moeten wachten tot de aap uit de mouw kwam. Als er al een aap was. Straks heb ik gewoon twee wiskundeleraars botweg afgewimpeld.

<<< Naar Bangkok Bullshit   –  Naar One night in Bangkok … >>>

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked.