Het ‘Middle management’ van China

HET DAGBOEK VAN EEN ART DIRECTOR AAN DE SLAG IN CHINA
(DEEL 07 – DINSDAG 15 JUNI)

We wachten op Coco in de lobby van ons hotel en we merken dat de glimmende Boeddha in het midden van de lobby vol muntjes zit. Na een snelle inspectie blijkt dat er in bijna elk spleetje in het hout geld is geduwd. Ik twijfel even, maar duw er toch geen muntje bij.

Coco is een grotere auto gaan halen. Die van haar is een piepklein knalgeel doosje waarmee ze – in tegenstelling tot de anderen – heel traag rijdt. Let op: een auto hebben is hier al heel wat (veel families hebben hoogstens een motorfiets). Deze kleine, goedlachse dame met een breed gezicht, een brilletje en drie mobieltjes is manager van de Chinese poot van Asian Weavers en hoort dus tot van wat Sanjee ‘the middle management of China’ noemt.

Een paar dagen geleden – ergens onderweg – luisterde ik naar Sanjees verzuchtingen over deze selecte groep. “Their only credential is that they talk English.” In China heb je uiterst getalenteerde ondernemers met grote ambities, er zijn hele goeie technici “and the workers, you know: They will work. Maar het middenkader bezorgt hem een pak last. Doordat ze Engels spreken, zijn ze levensnoodzakelijk voor de bedrijven. Daardoor bekleden ze functies waar hun taken meer inhouden dan vertalen en daar wringt het schoentje. Ze zijn te beleefd om echt te delegeren en hun geest is niet getraind om beslissingen te nemen. Als die mensen wat beter waren in hun job, konden we hier gouden zaken doen, maar nu is het van de ene toestand naar de andere.

07-bamboo-hills

10u52 – bamboeplantage

De familie die deze plantage bezit, vond er niks beter op dan om er een bamboe-themapark van te maken. In plaats van uitgestrekte landerijen vol boeren die planten verzorgen, moeten we hier ‘entree’ betalen en rijden elektrische gele karretjes volgeladen met toeristen op en af tussen de gekste attracties. Maar ze hebben een FSC-label en onze fabriek koopt hier haar bamboe. We moeten het er dus mee doen.

Bamboe is de crème de la crème van alle grassoorten en een droom qua verzorging. Eigenlijk moet de plant alleen op tijd gerooid worden. Eens gekapt, schiet er gewoon een nieuw plantje uit de grond. Op een stam staat het cijfer 9 geschilderd, wat wil zeggen dat het in 2009 is beginnen groeien. Nu is de plant al minstens 7 meter hoog. Coco verzekert me dat de plant in een drietal maanden al volgroeid is en dat de bamboe vanaf dan alleen maar harder wordt. Nog 6 jaar en deze plant is hard genoeg om er parket van te maken.

071-Yong-Yu-Raw-Materials697

18u23 – schuldgevoel

Tim & ik zijn een heuvel achter de fabriek opgeklommen. We nemen onze laatste foto van de bamboe-industrie. Het is een treffend beeld. De zon gaat onder – een wit schijfje in een mistige brij – boven de samengeknutselde daken van de Yong Yu fabriek. In de verte ligt een dorpje afgetekend tegen de scherpe bamboeheuvels. Nog een minuut of tien en Coco en Richard zullen ons koortsachtig beginnen zoeken voor het avondeten. De kans dat ze ons vinden, is klein en het schuldgevoel waar ik al de hele dag last van heb, bekruipt me weer.

Vandaag is eigenlijk een feestdag en op je vrije dag zit je dan opgescheept met twee Europeanen die per se bamboeheuvels in de mist willen fotograferen. Als je ze dan ‘s morgens vroeg boven op zo’n heuvel dropt is er “too much mist” en willen ze ‘s middags nog eens terugkeren. Als je ze zoekt om te eten, vind je ze niet. Eens gevonden, willen ze niet meekomen. Dan is het steevast “one more hour”.

Maar ja, we komen van de andere kant van de wereld om mooie foto’s van bamboeheuvels te maken en dat gaan we dan verdomme doen ook.

Richard, Coco en hun geduldige chauffeur begeleiden ons voor de tweede keer de bergen in.

Richard, Coco en hun geduldige chauffeur begeleiden ons voor de tweede keer de bergen in.

19u10 – afscheid

Op de terugweg excuseer ik mij bij Coco voor haar verloren vrije dag. Ze vindt het helemaal niet erg. “Working with you two is like holiday”. Sanjee heeft niet te klagen over Coco: ze is met ruime voorsprong de meest assertieve Chinese die ik hier al heb ontmoet en toch veel te beleefd voor haar eigen goed.

Ik draai het venstertje van de taxi helemaal naar beneden. Ik ben moe, plakkerig van het zweet en het bamboestof jeukt op mijn huid. De wind doet deugd. In gedachten neem ik afscheid. Het bamboe-luik van onze job zit er op. Het is een fantastisch product en ik raad iedereen aan om het snel te kopen. Het is een heel arbeidsintensief product en de dag dat de arbeiders hier meer rechten krijgen, wordt het onbetaalbare luxe. Na 9 fabrieken, 1 bos en 1 plantage hebben we alles dus gezien. Nog één nacht in Anji en morgen: Shanghai!

Oorspronkelijk verschenen op de Blog van Focus Advertising onder de fijne redactie van Joost Devriesere. Foto’s door Tim Van De Velde (tenzij anders vermeld).

<<< Naar deel 06 – maandag 14 juni   –   Naar deel 08 – woensdag 16 juni >>>

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked.