ONZE 3 MAANDEN IN ZUIDOOST-AZIË (deel 22)
De lijnbus stopt langs een grote invalsweg even buiten Chiang Rai. Op de plek waar de drukte van de stad verdwijnt in het geweld van razende auto’s en drukke wegen. Huizen zijn er niet meer, alleen betonnen dozen van anonieme bedrijven. “Is this where we get off?” vraag ik aarzelend. De dame van de bus wijst naar het smalle strookje gras tussen de gracht en de aftandse golfplaten van een loods. “Daar langs?” Ze knikt beslist. We stappen uit en de bus vertrekt. “Is dit de weg naar één van de interessantste gebouwen in heel Chiang Rai?” vraagt Griet. Ik kijk rond. Er is nergens een bord te bespeuren maar wat plat getrapt gras verraadt een vaak gebruikte wandelstrook. “Ik weet het niet meid,” antwoord ik: “Maar hier loopt precies toch wel een weggetje.”