Looking for Leonardo

ONZE 3 MAANDEN IN ZUIDOOST-AZIË (deel 25)

Khao San Road. De straat heeft een reputatie hoog te houden. Sinds de glansrol die ze kreeg in de film ‘The Beach’ (en het gelijknamige boek van Alex Garland) is het de bekendste straat van Thailand en de absolute hotspot voor de backpacker. De plek is niet bepaald afgestemd op kinderen maar je hebt er in de buurt enkele goeie adresjes om te eten. We gaan dus een avondje op verkenning in de wijk waar Leonardo Di Caprio kennis maakt met Daffy en zijn vrienden.

“I’m sorry sir. 10 baht if you want to take a picture,” roept ze zwaaiend met haar hand. Ze verkoopt gebakken schorpioen, spinnen, krekels en ander stoer exotisch eten. Natuurlijk wil iedereen een foto van van haar kraam. Ik glimlach en bedank beleefd. “Zijn dat echte vogelspinnen papa?” vraagt Bas: “Om op te eten?” Ik knik. “We hebben dat al gezien hé,” zegt Lena, amper onder de indruk: “In dat andere land.” “Dat klopt,” zeg ik: “In Cambodja toen we eens met de bus waren gestopt.” In Khao San Road is het deel van het circus: theatraal voer voor zatte toeristen. In Cambodja was het gewoon deel van het aanbod: wat spinnen en gemarineerde sprinkhanen tussen het fruit en de zoutcrackers.

Gefrituurde vogelspin: het opwindenste van Khao San Road vind je in Cambodja om de andere busstop.

Gefrituurde vogelspin: het opwindenste van Khao San Road vind je in Cambodja om de andere busstop.

Door de straat wandelend besef je dat Khao San Road zijn tijd wat voorbij is gelopen. De hostels liggen in de schaduw van McDonald’s en Kentucky Fried Chicken en de straat staat stampvol kraampjes die onnozele t-shirts, draadjes voor in je rasta’s en andere goedkope toeristentroep slijten. Het is alsof de bezienswaardigheid vervangen werd door de souvenirshop. Ik kan me voorstellen dat je op een zotte avond in één van de bars nog een snuifje van de goeie ouwe tijd kan bespeuren, maar tijdens onze wandeling lijkt die goeie ouwe tijd zich te beperken tot blote ruggen van zestigers vol tatoeages voor twintigers. Want enkele verslenste hippies hangen er nog wel rond, te ver heen om te beseffen dat de live muziek in hun stamcafé een foute cover van Miley Cyrus is. Geef mij dan maar de blinde straatmuzikant die in het Thais croonend tussen het half beschonken terrasvolk loopt te lummelen.

Studentenkaart, jachtbrevet, perskaart? Met twee pasfoto's en een flard al dan niet correcte gegevens is het zo gepiept.

Studentenkaart, jachtbrevet, perskaart? Met twee pasfoto’s en een flard al dan niet correcte gegevens is het zo gepiept.

De enige nog wat anarchistische stuiptrekking in de straat is een kerel waar je je rijbewijs (of eender welk bewijs) kan kopen. Maar dat vleugje rebelse pit wordt onmiddellijk en vakkundig in de grond geboord door de man die ernaast lichtgevende strikjes staat te verkopen. Ik twijfel nog wat onnozeler is. Een wanhopige vijftiger met neon strikjes in zijn dunner wordende haardos of twintigers die – bij wijze van reclame – de witte Porsche voor hun nachtclub staan op te blinken. Na onze wandeling houden we het al snel voor bekeken, kopen er een kokosijsje en nemen de taxi naar huis.

Khao-San-club-porsche

Siam Center

Nee, mocht Leonardo nu in Bangkok rondhangen, dan loop je hem tegen het lijf in Siam Square. Zijn handen vol zakken van hippe boetieks en twijfelend welke Happy Socks het best bij zijn parelmoeren loafers passen. Want dat is tegenwoordig het kloppende hart van de stad: shoppen. Je ziet het ook aan de toeristen die in ons hostel verblijven. Er hangen nog wel wat sjofel geklede backpackers rond die rood gebrand en krom van de rugzak hun volgende bestemming zitten te plannen. Maar eigenlijk zie je vooral vriendinnen die ’s morgens kortgerokt en met de zonnebril in het haar naar een koopwijk vertrekken en ’s avonds afgepeigerd en met de handen vol fashionable tassen terug komen van een Aziatische shopping spree.

Siam-center

“Waar hangen de jonge Thai hier eigenlijk rond?” had ik mij enkele dagen geleden nog afgevraagd. We zaten in een stadspark waar we, bij hoofde van een vijftal skaters van twijfelachtig allooi, onze eerste glimp van de plaatselijke jongerencultuur bespeurden. Ik besefte plots dat we, op wat tieners in schooluniformen na, nog geen enkele noemenswaardige manifestatie van jong geweld hadden gezien. In het Siam Center wordt die vraag beantwoord. De skytrain zet je af, midden in het jonge volkje en tussen de allerhipste shops die ik in jaren heb gezien. Plots – voor het eerst in meer dan twee maanden eigenlijk – ben ik opnieuw aan het werk. De plek is een echte rollercoaster van de goede smaak. Overal hangen fantastische logo’s die op creatieve manieren in de omgeving zijn verwerkt. De merken zijn mij grotendeels onbekend maar de mode is maf en experimenteel en de etalages zijn ware kunststukjes. De inspiratie druipt gewoon van de muren. Bas en Lena kijken hun ogen uit en vertrekken op ontdekkingstocht. “Ik had nooit verwacht dat een namiddag shoppen in Bangkok een hoogtepunt ging worden,” glimlach ik.

Siam-Square

Paspoppen zijn niet zo maar paspoppen in Siam Square, ze zijn ronduit indrukwekkend.

De echte thrill blijft beperkt tot twee verdiepingen met absoluut fantastische boetieks en het lunchconcept van The Food Republic. De rest van het complex is nog steeds ver boven de middelmaat, maar kom, het blijven uiteindelijk ook maar winkels. Naast het Siam Center ligt Siam Paragon, een nog groter shoppingcentrum waar ze alle luxe merken samen hebben gepakt. We wandelen voorbij Chanel, Hermès, Dior, Prada en een – naar Griets mening – subliem kleedje van Dolce & Gabanna en dan moeten we de eerste roltrap nog omhoog. Op de tweede verdieping kunnen mannen die zin hebben in een auto een BMW, Maserati of Rolls Royce passen. De winkels zijn fantastisch vormgegeven en tot in de puntjes afgewerkt maar ook een beetje voorspelbaar. Je kent alle merken al van hun reclame en de shops voegen er gewoon nog wat bling en keurig in het pak gestoken Thai aan toe.

Siam-Yoo-Moo

Ik zoek al snel het comfort en de lekkernijen van benedenverdiepingen op. We eten heerlijke Frozen Yogurt bij Yoo Moo en ik vergaap mij aan de doughnut machine van Kripsy Kreme. De shop geeft je een inkijk in het atelier en je ziet de deegringen gewoon van de band in de toonbank rollen. Ik koop me gelijk een ’traditional glazed doughnut’, Bas en Lena laten de kans niet liggen en kiezen Spiderman Doughnuts.

Siam-Krispy-Kreme

In de kelder van Siam Paragon vinden we een supermarkt die kan tippen aan de strafste winkels die we in New York zagen. De winkel is zo groot dat ze halverwege wat tafeltjes hebben voorzien om de winkelende mens wat rust te gunnen. Ik heb in twee volledige maanden niet zo veel vlees gezien als wat hier samen ligt in de ‘Meat Shop’. Bij de groentjes stellen we een ’take away’ slaatje samen voor vanavond terwijl Bas en Lena bakkeleien over de ontbijtgranen voor morgenochtend. Deze ‘Gourmet Market’ is duidelijk gemaakt voor de vele expats in Bangkok. De Amerikaan vindt er Bacon, de Fransman haalt zijn hart op bij de stokbroden en het royale aanbod kaas en de Belg vindt er koekjes van Jules Destrooper.

Siam-meat-shop

Chinatown

Maar eigenlijk ben je niet echt gaan shoppen in Bangkok als je je beperkt tot de gladgestreken kooptempels. Want het echte Bangkok ruikt niet naar steriele vloerzeep of frivole kamerparfum. Nee, Bangkok ruikt naar putjesgeur en goedkope diesel en als je echt gaat shoppen ga je naar Chinatown en voeg je daar nog het bouquet van wierook, specerijen en streetfood aan toe. Handel drijven zit bij de Chinezen in het bloed en in hun wijk kun je een hele dag verdwalen in met koopwaar volgepakte straatjes. Je kunt het zo gek niet bedenken of er bestaat in de druk bevolkte straten van Chinatown wel een winkeltje van en de prijzen zijn in verhouding tot ‘The officially Licensed Stores’ van de wereldmerken spotgoedkoop.

Chinatown-hello-kittyLena wordt gek aan een kraampje dat volledig is gewijd aan ‘Hello Kitty’ troep, Bas valt voor het ene rommelspeelgoed na het andere, Griet snuistert in stoffenwinkels en ik tel het aantal winkels met goedkope maskers en pruiken en bedenk dat het in China elk weekend carnaval moet zijn. Wat later vinden we een winkel die vogelnesten en vogelnestsoep verkoopt. De cirkel met het verhaal uit Kampot is rond en glimlachend stap ik de winkel binnen. Zo zien die spuugnesten van de gierzwaluw er dus uit. Chinatown is een schatkamer, een veelkleurig koop paleis waar geen enkele mall aan kan tippen. 

Ik vermoed dat de prijzen voor 100g zijn. Omgerekend

Deze prijzen zijn al gek. In een andere winkel vond ik een pot met vogelnesten die aan 456,000 baht (10.316 euro) voor 900g over de toonbank gingen.

Morgen laten we Bangkok achter ons en nemen onmiddellijk ook afscheid van Thailand. We doen net als Leonardo en vluchten naar een eiland waar we kunnen bekomen van de grootstad. “Trust me, It’s paradise.” zegt hij in ‘The Beach’. Ons eiland ligt aan de andere kant van de grens, in Maleisië. Of het een paradijs is, valt nog te bezien.

<<< Naar deel 24 – Bangkok met kinderen   –   Begin bij het begin – Honger en buiktyphus >>>

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked.