Drive on

EEN BELGISCHE ART DIRECTOR AAN DE SLAG IN MINNEAPOLIS (13)

De verpletterende stilte boezemt ontzag in. Heel even is het alsof de tijd stil staat en ik helemaal alleen ben op deze wereld. Alleen met de dode ree aan mijn voeten. Daarnet zag ik al een dood stekelvarken en dat is best groot, maar na het dode mannetjeshert van gisteren is dit het tweede echt grote dier dat langs de US Highway 2 ligt. Ik twijfelde even maar keerde toch om, om er een foto van te maken. Het is helemaal niet bloederig. Ze ligt er bijna alsof ze slaapt, alleen een kleine bloedrode kreuk aan de basis van haar oor verraadt een harde tik tegen het hoofd.

Ik kniel en neem enkele foto’s. Het stinkt nog niet, ze moet waarschijnlijk vannacht of vroeg in de morgen zijn aangereden. Ik neem nog wat foto’s en een auto raast voorbij. Gelukkig stopt hij niet. Wat zou die chauffeur denken over een gast die langs de weg foto’s zit te maken van een dood hert? Ik sta recht en luister nog even naar de stilte. Het geluid van de auto verdwijnt in de verte over de heuvel, de lucht dampt al boven de betonnen weg en het is nog maar net middag. Ik stap in de wagen, rij verder en eet een appeltje tegen de eerste honger. Hij kraakt heerlijk bij de eerste beet. Om de smaak niet te verpesten, probeer ik niet aan de geur van dood vlees te denken.

roadkill

The gummy bear bradwurst

De huurwagen is mijn eerste kennismaking met de Amerikaanse radio en ik schrik van de treffende gelijkenissen met het Belgische radiolandschap. Gisteren luisterde ik naar ‘The Current’: heerlijke radio uit Minneapolis die toont dat Studio Brussel helemaal niet zo uniek is als ze zelf beweren te zijn. De muziek gaat van de nieuwe Bjork over in Arctic Monkeys en van TV on the Radio naar de nieuwe van Bon Iver. De presentator heeft de gemoedelijke toon van een Christophe Lambrecht en bovendien is ‘The Current’ membersupported radio: dus helemaal geen reclame. Geweldig!

Nu Minneapolis al een eindje achter mij ligt en The Current in haperend geruis is verdwenen, luister ik naar de Amerikaanse Q-music. Het is bijna belachelijk hoe hard deze zender op onze Q lijkt. Tussen grote reclameblokken door maken twee presentatoren zich samen vrolijk over de actualiteit. Zelfs het belspelletje is identiek: raadt het idiote geluidje en win $2.000 dollar. De muziek is net iets beter dan op Q, hier houden ze het bij Classic American Rock. Het meest memorabele radiomoment volgt als één van de KQRS-FM presentatoren een verhaal begint over een slager in Hugo, Minnesota. Die heeft een nieuwe worst uitgevonden waar hij na enkele weken makkelijk 35 kilogram per week van verkoopt: De Gummy Bear Bradwurst! Grundhofer’s Old-Fashion Meats heeft als één van zijn ongeveer 40 (!) soorten braadworst een worst met in het vlees gummybeertjes. De presentatoren twijfelen tussen dégout en njammie – vrolijkheid alom.

Er zijn twee heel uitgesproken verschillen met onze radio: het grote aantal thema zenders: ik shuffle door zenders toegewijd aan klassieke muziek of enkel country, andere die alleen maar metal spelen en enkele zenders bezield door het woord van onze heer Jesus Christus. Verwacht je aan geanimeerde discussies over hoe jonge mensen ook heil kunnen vinden in de troostende woorden van de bijbel. Ik wacht maar niet op de eerste schijf die ze de ether in zwieren en keer terug naar de country zender.

god-sign

Bond Zonder Naam road signs.

Het tweede wat op valt, is de lengte van een gemiddelde radiospot. Sommige spots duren makkelijk 2 minuten, herhalen tot 5 keer het telefoonnummer en hebben een legal disclaimer die maar blijft doorgaan. De onderwerpen houden de tijd een spiegel voor: tweedehands wagens, fastfood, anti-zwarte-ringen-crème en ‘risk-free’ fat reducing mineral food supplements: “Lose weight without all the bothers and trouble of following a diet”.

 Brad Knockaert

Op een korte stop in Watersmeet na (om Big Mama’s Blueberry Pancakes te proeven) rij ik in één lange rit naar Two Rivers. Ik ben vroeg en besluit eerst het vissersdorpje te verkennen en dan pas naar de B&B ga. Een oude fabriek in het midden van het dorpje is wat de kerncentrale van Smithers is voor Springfield: indrukwekkend groot en allesbepalend voor het aanzicht van het dorp. Ik dacht even dat het een gigantisch visverwerkend bedrijf was maar Hamilton Manufacturing Co blijkt s’ werelds grootste producent van laboratorium kasten. Al begon het in 1880 helemaal anders, toen maakten ze houten letters voor allerhande drukwerk. Alleen het Hamilton Wood Type and Printing Museum herinnert aan die mooie beginperiode. Het lijkt veelbelovend maar het is jammergenoeg al gesloten.

Een bordje aan de voordeur van de uiterst pittoreske Bed & Breakfast heet de gasten van vandaag welkom: ‘Our Guests today are Elizabeth De Witt and Brad Knockaert’. Tja, de Amerikanen hebben nogal wat problemen met mijn naam. Een week of wat geleden hadden we bij Periscope een prestentatie voor Nutrena. Joe, de account, was aan het uitleggen welke vormgevers er allemaal aan de voorstellen hadden gewerkt en hij maakte zich vrolijk over de onuitspreekbaarheid van mijn naam: “Well, he’s from Belgium, I really wouldn’t know how to do it. Bort, please tell us: How do you pronounce your name?” Ik zeg het op zijn Nederlands. Er een Engelse draai aan geven gaat mij ook niet zo goed af. Joe lacht als hij het hoort en geeft het voorgoed op. En hij is zeker niet de enige: op mijn ticket voor The Basilica Block Party stond Burt Knockaert en de barman van het hotel maakte er op een rekening Bart Kinekart, room 413 van. Alle geluk dat iedereen Bart Simpson kent.

brad

Ik duw op de bel een aardig dametje leidt me binnen en zegt: “We hebben vandaag de Tea Party Room voor u gereserveerd. Onze andere gaste is nog niet aangekomen.” Ze toont me een keurige kamer in bloemetjesmotief (muren, bed, fauteuil in de hoek, porseleinen kopje voor de early-morning-coffee,…) en vraagt of ik een koffiedrinker ben. Ja, natuurlijk – zeker in gezelschap.

<<< Naar deel 12 – Further on (up the road)   –   Kenneth >>>

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked.