China (afscheid)

HET DAGBOEK VAN EEN ART DIRECTOR AAN DE SLAG IN CHINA
(SLOT – ZATERDAG 19 JUNI)

Na een rustige dag in Beijing met enkel het Bird’s Nest op het programma zit onze opdracht er op. We worden naar de luchthaven gebracht. Twee Europeanen in een stoffige taxi op de Fifth Ring Road van Beijing. We zijn het ondertussen gewoon om door volstrekte vreemden, waar je geen woord tegen kan zeggen, in China rond gereden te worden. Ik zie op tegen het vliegen. Sinds Bas en Lena er zijn, vind ik er niks meer aan. Het moment zelf doet het me niets, maar in de aanloop naar het vliegen voel ik me steevast klote. Bovendien doodt het ijsberen. Ik ben blij dat we deze zomer gewoon met de auto op reis trekken.

11-Beijing-Birdsnest
15u13 – evaluatie

Je zit op een vliegtuig en wat moet je anders:

Meest opvallende kenmerk bij de Chinese dames: alle meisjes zijn hier vreselijk mager. Vele jongens ook, maar bij de meisjes is het echt op het angstvallige af. In Shanghai (ongeveer een halfuur na die luizige venten) sta ik aan een zebrapad te wachten op groen. Ik praat tegen Tim en wordt gewaar dat er een meisje te dichtbij komt (je weet wel, dat gevoel als ze je comfortzone betreden). Ik kijk op en haar vriendje probeert een foto te nemen met mij in het kader. Grappig. Ik lach naar de camera en die kans laat ze niet liggen. Voor ik het weet ligt mijn arm op haar schouder voor een tweede en een derde foto. Ik schrik echt van hoe tenger het wichtje wel is. Ze heeft ondertussen ook Tim gezien en ook hij moet op de foto. We lachen allebei en als ze weer in de massa zijn verdwenen zegt Tim precies wat ik denk: “Man, wat een frêle meisje was dat.”

Meest opvallende kenmerk bij de Chinese heren: de kapsels. Veel mannen hebben een typisch Chinees ‘streuvelkapsel’. De enige variatie is van erg kort naar gewoon kort. Maar er lopen ook heel veel prachtexemplaren rond. Het populairst: perfect in de plooi gelegde scheve kapsels. Aan de ene kant kort, aan de andere kant lang (waarbij één oog verdwijnt achter een haarlok) en – heel belangrijk – aan de kruin staat alles recht. Wie er helemaal voor gaat, combineert het met een kleurspoeling (roest). Het meest geweldige kapsel voor mannen zie je echter vooral bij oudere heren. Veel Chinese mannen hebben een uitgesproken vierkant hoofd. Dat zie je ook bij de baby’s en kleine kinderen: wat bij ons in een curve gaat, gaat bij hen bijna in een hoek van 90°. Het allermafste kapsel zorgt ervoor dat die bijna 90° een perfecte 90° wordt. Het resultaat is een geweldige wiskundeleraar-look.

Meest opvallend aan het land:

A. China is één lange reeks in roestige aarde opgetrokken bouwwerven, met daartussen onafgewerkte voetpaden vol opschietend onkruid. De smog is niet meer dan een wolk met al het bouwstof van de doorheen de stad verstrooide werven.

B. In China wordt niks echt goed onderhouden. Gebouwen van 10 jaar oud zien er uit alsof ze een wereldoorlog hebben meegemaakt. Ik vermoed dat ze hier dus om de 15 jaar alles met de grond gelijkmaken en gewoon opnieuw beginnen.

Meeste spijt: dat we ‘Jimmy, the king of outdoor decking’ niet gefotografeerd hebben op zijn troon. Dat en het feit dat ik vriendelijk neen heb gezegd tegen de ‘Chinese Foot Massage’.

Minste comfort: de bedden. In een prachtig ingerichte hotelkamer met high speed internet en een bescheiden regendouche slaap je op een plank met een lap stof over. Ook de toiletten waren spannend, maar al bij al heb ik op dat gebied geluk gehad.

Meest gestelde vraag: “Is this your first time in China?”

Meest gelachen met een vraag: in Shanghai werden we makkelijk twintig keer aangesproken om “watches, bags of iPhones” te kopen. Ze hebben hun namaakprullen nooit bij, maar tonen een blaadje met enkele foto’s. Je vraagt je af wie er daar in godsnaam “Ja, tuurlijk!” op antwoordt. Het is al laat op de avond als er weer een verkoper aan komt zetten. Ik ben al klaar met mijn afwijzende blik en een beleefde “No, thank you” als de kerel vraagt: “Pretty girls for you sir?” Tim & ik schieten samen in een luide lach en stappen verder.

Grappigste taalfout: Spyci Restaurant

Grappigste winkel: een winkel in Beijing gespecialiseerd in zwaailichten, nipt gevolgd door ‘Love In The Paris’ een winkel met huwelijkskledij.

pics: Bar Knockaert

pics: Bart Knockaert

Geleerd Chinees: (fonetisch) Tsjisjin (= dank u), Nihao (= hallo), hao (= ja ,het kan), hala (= ja we zijn klaar) en nigganiggah (dat moest ik gewoon vragen. Je hoort het constant en het is een heel herkenbare klank, het zijn blijkbaar aanwijzende voornaamwoorden).

Grootste mysterie: de lange nagel aan de pink. Ik zag het de eerste keer bij Coco en dacht dat het een onhandige manier was om een te korte vinger te compenseren (tja, het zou toch kunnen). Maar plots zegt Tim dat er hier veel vrouwen maar ook mannen met zo’n nagel rondlopen en opeens zag ik ze overal. Om de een of andere reden heb ik nooit durven vragen waar dat voor diende. Ik vind het wel eens op Wikipedia.

15u26 (+6) – vliegtuig

We zijn al bijna 8 uur onderweg en het vliegtuig is een zootje geworden. Rechts van mij zitten vier Chinezen luidruchtig te kaarten. Vlak achter mij is een Engelsman allerlei levenswijsheden aan het verkondigen aan enkele jongeren die al zeker een uur oprecht geïnteresseerd lijken te luisteren. Tim zit er net voor, trekt er zich niks van aan en slaapt. Enkele Franse jongeren maken een beetje verder plezier en aan het toilet staan twee meiden te dansen met hun oordopjes. Alleen mijn buur lijkt te conformeren. Die heeft er bijna zijn derde film op zitten. Een anonieme horror-thriller met de slimmerik van The Wire, Transformers 2 en nu een Chinees samoerai-op-sandalenepos. Ik heb net JPod van Douglas Coupland uit en heb me rot geamuseerd.

17u12 (+6) – afronden

Op een avond: Tim neemt ergens foto’s en ik zit alleen met Sanjee aan tafel. Hij kijkt me aan en zegt: “You know Bart, I feel like I owe everything to these people.” Ik neem hem in me op, zijn ogen staan bijna droef. “You see, I live in Paris, but really, this is my home.”

Deze morgen aan het ontbijt vraagt Sanjee me wat ik vond van mijn 13 dagen China en ik spreek hem aan over wat hij toen heeft gezegd: ik snap ondertussen waarom hij China ‘home’ noemt. Chinezen zijn een heel aimabel, vriendelijk en gastvrij volk. Wij – twee vreemden met een grote camera – zijn overal uitzonderlijk goed en met oprechte bezorgdheid (over het eten, over de rit, de vlucht, het werk…) ontvangen. Hoewel de communicatie soms heel moeilijk was en ik er van overtuigd ben dat ik in verhouding nog niets heb gezien, dan nog was het een bijzonder verrijkende en intense ervaring.

Vlak voor we in de taxi stappen wil Sanjee nog een foto van ons drieën (en hij heeft natuurlijk gelijk). Het afscheid is hartelijk: “We zien elkaar gauw terug en we gaan iets geweldig maken met al die foto’s”. We danken hem voor alles en hij dankt ons terug.

Nu zit ik hier met mijn beperkte beenruimte op het vliegtuig en rest er mij alleen nog het afscheid van dit dagboek. Ik hoop dat – wie het gelezen heeft – er evenveel plezier heeft aan beleefd als ik tijdens het schrijven er van. Bedankt aan Sanjee en Focus voor de kansen, bedankt aan Tim voor het aangename gezelschap en het fantastische werk, bedankt aan Joost voor de blog/facebook-updates en de spellingscheck en bedankt aan China voor al de rest.

Tot binnenkort – ik zie jullie straks – daar in ons piepkleine landje.

Oorspronkelijk verschenen op de Blog van Focus Advertising onder de fijne redactie van Joost Devriesere.

<<< Naar deel 11 – donderdag 17 juni   –   Naar overzicht China 2010

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked.