Blinde vinken in Thailand

ONZE 3 MAANDEN IN ZUIDOOST-AZIË (deel 19)

Een houten Guust Flater staart mij aan van op de hoek van de toog. Het volstrekt zonevreemde van het slungelige Franquin figuurtje dringt niet onmiddellijk tot me door. Bas en Lena willen ook op een barstoel zitten. Ik help Lena omhoog en geef haar het menu. “Kies maar een ijsje,” zeg ik: “Er is alleen vanille maar je kan kiezen tussen verschillende sausjes.” “Oh,” zeg ik verrast: “En er is ook Dame Blanche!” Op dat moment klinkt een stem van achter de toog: “Hoe hebben jullie dat hier gevonden?”

We schrijven Chiang Mai, een gezellige stad in het noorden van Thailand. Nadat we in Bangkok waren geland zijn we de dag zelf nog met de nachttrein hier naar toe gereden. Net buiten het centrum van de stad vonden we een mooie kamer met een binnenkoertje en in de lommer van wat planten rusten we nu al enkele dagen uit na onze trip door Cambodja. Chiang Mai biedt ons ondertussen alle comfort om wat aan Thailand te wennen.

We struinen er door de zondagse markt en wanen ons bijna op een Vlaamse braderie. Behalve in Angkor zagen we hier nog nooit zoveel blanken. In het kloppende hart van de stad vind je de grote westerse franchises samen op een zakdoekje. Starbucks, McDonalds, Burger King, we laten ze allemaal voor wat ze zijn. Alleen voor een pizza uit het vuistje en een hippe bagelshop gaan we door de knieën.

Chiang Mai - de avondmarkt

Een dametje in een prachtig versierde rolstoel probeert haar waren te slijten op de zondagse braderie.

De dieren van Chiang Mai

De gapende mond van het nijlpaard is indrukwekkend. Ik sta zo dicht bij dit reusachtige dier dat ik het zo over zijn stugge snor kan aaien. Aziatische dierentuinen maken de brug tussen mens en dier wel heel klein. Voor 10 baht koop je een piepklein mandje wortelen die je zo maar in de gulzige bek van het beest mag gooien.

Wat verder is een Frans meisje de giraffen eten aan het geven. Haar vader foetert haar uit omdat ze het dier niet durft te aaien als het met zijn hele lange tong de bonen uit haar hand komt trekken. “Je n’ai que des photos de merde. C’est ca que tu veut? Des photos de merde?” sist hij tegen haar, zich niet bewust van de kleine (en ietwat gedégouteerde) Belg die mee luistert. Het moet nog eens over en de man koopt nog 10 baht bonen voor de reikhalzende giraf. Wij laten het trieste schouwspel achter ons, al is dat vooral om vragen over de hevig copulerende zebra’s in de achtergrond te vermijden. “Kijk! Mijn lievelingsdieren!” wijst Lena de huppende beesten nog na.

Chiang Mai - zoo - nijlpaard

Ook later op de dag is de andere aanpak van de dierentuin van Chiang Mai heel erg merkbaar. Na hun show halen de zeehonden geld uit de handen van de toeschouwers. In ruil voor 20 baht fooi krijgen de weldoeners zoentjes. De luipaarden kun je dan weer met een flink uit de kluiten gewassen brochettestok voederen. Bas en Lena vinden het geweldig. “Als het zo door gaat mogen we straks ritjes maken op de rug van de Panda’s,” grap ik. Dat blijkt niet het geval. Wel laat het beest ons onbevangen kennis maken met zijn moeilijke stoelgang. Ik denk aan de twee sufferds in ‘Pairi Daiza’ en ben blij dat we daar deze zomer niet de rij hoeven te gaan staan.

Chiang Mai - Zoo - Giraffen voederen

‘Un photo de merde…’

Maar daar stopt de beestenboel van de stad niet mee. Er is nog een apenschool, een ‘Poopoopaper Park’ met olifanten, een insectenmuseum met meer dan 700 soorten muggen en ook het Tiger Kingdom. Als de kinderen zelf een uitstap mogen kiezen wordt het zonder veel omhaal de tijgers. Het Tiger Kingdom verkoopt je voor 620 baht (veel geld) een kwartier bij de beesten in de kooi. Dat alles gegarandeerd ongevaarlijk en in aanwezigheid van een ervaren dompteur.

Chiang Mai - Tiger kingdom

De kinderen mogen alleen bij de kleinste katten binnen maar die zijn wel al even groot als een ferme hond. Bas en Lena liggen op de beesten, trekken aan hun staart en wrijven over de buik van de zich lang uittrekkende pluizebeesten. Het park profiteert van het feit dat de tijgers het grootste deel van hun dag slapen. De dieren zijn het gewend gemaakt dat toeristen ondertussen even naast hen liggen of aan hun buik komen wrijven. Aan de kooi van de grote exemplaren (waar alleen volwassenen binnen mogen) staat de aanbeveling: “Do not invoke playful behaviour!” Dat gebeurt wel nog bij de jonge tijgers, die doen eigenlijk precies wat  jonge katjes doen.

Plots ziet één van de tijgertjes in Lena’s krullen een geweldige ragebol. Met alleen oog voor Lena sluipt hij van aan de andere kant van de speelruimte dichterbij. Ik krijg het in de gaten en net als ik me tussen hem en zijn doelwit wil zetten, krijgt het beest van een bewaker een tik op de neus. Ons kwartiertje zit er snel op en als we terug naar buiten worden geleid kijkt de nog steeds geïnteresseerde speelvogel zijn huppelende ragebol ietwat treurig na.

Chiang Mai - Tiger Kingdom - kinderen en tijgers

Jethro’s Lounge

“Hier kunnen we vanavond eens binnenspringen voor een ijsje,” had ik die middag tegen Griet gezegd. Jethro’s Lounge ligt vlakbij ons guesthouse en is dus perfecte plek om Bas en Lena vlak voor bedtijd nog eens uit te laten. De open houten constructie ruikt naar de Thaise bergen en biedt onderdak aan wat gastentafels en een centrale toog.

Naast ons zit Dennis, een indrukwekkend besnorde man uit Montana. Aan de andere kant zitten Jeb en Dell. De eerste Canadees, de andere een Ier met een aanstekelijk accent. Samen vormen we een nogal internationaal allegaartje voor een typisch Vlaamse brasserie. Want dat is Jethro’s Lounge wel. Op de kaart vind je onder andere frieten, homemade bitter balls, gehaktballetjes in tomatensaus en blinde vinken.

Chiang Mai - Belgische café

Boven de toog zijn er gasboetes te koop: naast Guust nog wat populaire Belgische flaters.

Achter de toog staat Malai, een Thaise dame met alle allures van een Vlaamse cafébazin. Deze plek is van haar en haar partner Kris, een Belg die hier al zes jaar woont. Hij kan bijna niet geloven dat wij hier bij toeval zijn binnen gestapt. “Wij ook niet,” lacht Griet: “We komen gewoon langs omdat we hier om de hoek logeren. We hadden helemaal niet gemerkt dat dit een Belgisch café was.” We vertellen over onze reis en Kris vertelt over het leven hier. “Weet je in Chiang Mai alleen al wonen duizenden inwijkelingen. Ze komen van zowat overal. Nogal wat Belgen maar veel meer Nederlanders.” Aan de leeftijd aan de toog te zien komen veel mannen – maar ook hier en daar een vrouw – hier van hun pensioen genieten.

Dennis woont hier al vier jaar en gaat iedere zomer zes weken terug naar zijn Rocky Mountains om te kamperen: “Ik heb nog een Ford staan in de U.S. en een locker met mijn kampeergerief. Als je ooit eens die kanten uit gaat kan ik je de kust van Oregon aanraden. Dat is een wondermooie plek om te kamperen.” “We zijn al eens in New York  geweest,” vertelt Griet: “En dat is ons alvast heel erg bevallen.” “Ooh but that is West Coast,” wuift Dennis de vergelijking glimlachend weg: “Very different kind of people.”

Jeb is een goedlachse Canadees die zijn jaar gelijk verdeelt tussen Canada en Chiang Mai. Hij fietste vorig jaar samen met Dell dwars door Vietnam en Cambodja terug naar Thailand en ik ben zwaar onder de indruk. “Vietnam was crazy,” vertelt de kranige zestiger en hij doet een heel herkenbaar verhaal uit de doeken over heel veel bromfietsen en volstrekt geïmproviseerd verkeer. “Is het in Vietnam nog erger dan in Cambodja?” vraag ik verbaasd. “Ooooh, zie je mijn haar?” wijst hij naar zijn witte kapsel: “Dat was nog zwart toen we in Vietnam vertrokken.” “En je had de locals moeten zien kijken,” vervolgt hij: “Zoals wij lopen hier veel mannen rond.” en hij maakt zijn punt duidelijk door met zijn blik de toog rond te gaan: “Maar als ze ons, twee zestigers, op onze zwaar geladen fiets zagen in spandex … That was something else.” “Bas had gisteren ook fans,” lach ik: “We hadden een iets te grote fiets voor hem gehuurd en alle Tuk-Tuk chauffeurs stootten elkaar aan en supporterden toen hij passeerde.”

Chiang Mai - fietsen huren

Onze reis staat steeds weer in het teken van grenzen verleggen. Bas (maar ook Griet) fietst behoedzaam door het drukke (linksrijdende) verkeer van de Chiang Maise binnenstad.

Ik ben dan wel het broekie aan de toog in Jethro’s Lounge, het gezelschap is heel erg aangenaam. “De mannen die hier komen hebben het wat gehad met de meisjes die hen komen lastig vallen in de cafés in het centrum,” vertelt Kris: “Hier worden ze met rust gelaten.” Ook Bas en Lena hebben het enorm naar hun zin. Ze gaan op zoek naar kikkers in de tuin. Kris haalt een blokkendoos boven en ze spelen met de Vlaamse cafespelen in de hoek van de bar. Bas is duidelijk in z’n nopjes met de nieuwe Nederlandstalige gesprekspartner en doet Kris het hele verhaal van de tijgers uitvoerig uit de doeken. Kris luistert gecharmeerd en glimlachend naar het relaas.

Chiang Mai - Tiger Kingdom - tijgers strelen met kinderen

“… En je moest hard wrijven aan hun buik, want als je zacht wrijft vinden ze dat niet leuk…”

De enige valse noot komt van een mooi Thais dametje dat bijna de hele avond met Bas en Lena zit te spelen. Haar man zit wat verder aan de toog en mengt zich in ons gesprek over Cambodja. De oude Amerikaan (of Canadees) heeft wat te veel op en ik begrijp niet altijd goed wat hij zegt. Zijn ogen zitten diep en wat afwezig in de groeven van zijn gebronsde gezicht. Zijn jonge vrouw heeft het helemaal voor onze Bas. “Ik heb ook een zoon van zijn leeftijd,” vertrouwt ze ons toe: “Maar hij woont bij familie omdat ik voor mijn man moet zorgen.” Ons antwoord blijft in onze mond haperen en Griet en ik glimlachen wat aarzelend. Onze weifeling opmerkend schokschoudert ze: “But it’s okay!” en ze lacht wat betrapt terwijl ze haar man een schouderklopje geeft.

We hebben onze volgende week op aanbevelen van Kris gepland. Hij houdt van het noorden. Als motard heeft hij een voorliefde voor de prachtige routes die door de groene Thaise bergen lopen. Mij lijkt het ook wel wat, ook al gaan wij ze met de songthaew doen. Als we Jeb vertellen dat we binnenkort richting Thaton vertrekken reageert hij heel enthousiast: “Dan moet je zeker naar de tempel. Die is uniek. Ik ben er makkelijk 5 keer geweest en ik krijg er nooit genoeg van.” Hij geeft zijn kameraad een stoot: “Niet waar Dell? Die tempel in Thaton, dat is toch wel wat.” Dell fronst zijn voorhoofd. “Ooh man, don’t start with me about temples. I’m all templed out,” wimpelt hij de vraag af. Jeb zoekt steun bij Kris maar die geeft toe dat hij er nooit binnen is geweest: “Ik ben er wel eens gepasseerd met de motorfiets maar ik ga nooit binnen in die dingen.”

Chiang Mai - Songthaew

De songthaew is de plaatselijke variant van het openbaar vervoer. Je gaat in de juiste richting langs de weg staan. Zwaait ze toe en je kan meerijden tot waar je zijn moet.

Jeb is ondertussen door het menu van Jethro’s Lounge aan het grasduinen. “Ik heb hier zo goed als alles geproefd. Behalve dit hier. What the heck are blind birds?” vraagt hij zich luidop af. “Da’s heerlijk!” zegt Dell: “Gehakt met spek rond. Het heeft niets met vogels te maken.” Ik moet lachen: “Dat is een van de grote raadsels uit mijn jeugd. Toen mijn moeder dat voor ons maakte heb ik mij vaak afgevraagd waar die vleugels nu precies zaten en hoe ze konden weten dat die beesten blind waren.” Jeb lacht: “Da’s dan beslist, de volgende keer eet ik blinde vink!”

<<< Naar deel 18 – Afscheid van Cambodja   –   Naar Inspecteur Lena >>>

three Comments

  1. Lies Ugille On 24 mei 2014 at 21:10

    Sinds donderdag ben ik toch niet meer zo gerust over jullie reisland: ‘Thailand’. De berichten op de radio zijn niet bepaald positief over de machtsgreep van het leger. Of ben ik een bange wezel?
    Groetjes Lies

  2. Lies Ugille On 20 mei 2014 at 17:58

    Rijden auto’s links in Thailand, wat gek, dat wist ik niet! Ik dacht dat alleen de Britten dat deden… Groetjes

  3. Tikva- Gezin op Reis On 19 mei 2014 at 19:54

    Wow wat knap dat je kinderen zo met die tijgers aan het spelen zijn. Lijkt toch wel eng om te zien als ouder. Die knuffel foto is echt super!

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked.