No no, the temple is closed. It’s thursday, it’s Buddha day. All the monks are praying.
Een Tuk-Tuk chauffeur probeert ons een tour te verkopen en staat zo ongelofelijk uit zijn nek te lullen dat het lachwekkend wordt. Ik heb hem al vier keer gezegd dat het mij niet interesseert, maar hij blijft aanhouden: “Nee, vandaag moet je naar een andere Wat, ik kan je brengen. Good price!” Ik negeer hem en maak Bas en Lena duidelijk dat ze voort moeten maken maar hij wringt zich voor mij: “Maar ik zeg je toch dat Wat Pho is gesloten.” “Dat zal dan wel,” grijns ik: “Maar we gaan toch eens kijken.” Hij schudt zijn hoofd en druipt met een misprijzende blik af. Zijn verhaal blijkt kletspraat. Bij Wat Pho kolkt het van de toeristen en staat een bordje “Open every day”.
Je voortbewegen in Bangkok gaat steeds gepaard met lulkoek. Zo moet je er bij taxi chauffeurs altijd op staan dat ze de meter op zetten. Bij het nemen van een taxi naar het station, blijkt de meter bijvoorbeeld niet te werken. De chauffeur heeft het ding een paar ferme tikken maar het lijkt gestorven. Op dat moment zitten we al in de auto, midden in het verkeer van Silom Road. Hij geeft het ding nog een laatste tik, kijkt me nonchalant aan en doet een aanbod: “Sir, I charge you 200 baht, Okay?” “What?” zegt Griet: “No, no, no, that’s too much.” “Tja, dan stappen we terug uit,” knik ik naar Griet. Bas en Lena zitten fronsend op de achterbank en ik besef dat er straks weer een hele rits vragen gaan komen. Maar de chauffeur geeft zijn meter nog een klop en – als bij wonder – springt het ding aan. Aan het station klokt de meter af op 59 baht. Ik betaal hem en vraag: “200 baht? Welke lepe truc was dat?” De chauffeur kijkt me nauwelijks van slag aan, slaat me kameraadschappelijk op de knie en begint luid te lachen. Hoofdschuddend maar met de glimlach stap ik uit, goed beseffend dat ik twee maanden geleden waarschijnlijk 200 baht had betaald voor een ritje 59.
<<< Naar deel 22 – Black House, White Temple – Naar deel 23 – Wiskunde in Bangkok … >>>