Het lijden van Tuol Sleng

ONZE 3 MAANDEN IN ZUIDOOST-AZIË (deel 11)

Dit wordt geen leuke post. We twijfelden er zelfs over of we dit wel konden doen met de kinderen maar bij een bezoek aan Phnom Penh kun je er eigenlijk moeilijk omheen. Alsof je naar Auschwitch zou reizen en het concentratiekamp niet zou bezoeken. Pol pot en zijn Rode Khmer deporteerden in 1975 de volledige bevolking van deze stad naar het platteland. Ze wilden een communistische landbouwstaat oprichten en komaf maken met steden en de stedelijke klasse. Van Tuol Sleng, een vroeger schooltje in Phnom Penh, maakte hij S-21: een verschrikkelijke gevangenis.

Voor de les geschiedenis kun je bij Wikipedia terecht. Ik hou het bij het relaas van ons bezoek aan deze plek. Het begint bij ‘Chez Maman’, een leuk restaurantje wat verder in de stad. Bas en Lena werken hun puree met gehaktballetjes naar binnen en hangen ondertussen aan mijn lippen. Ik vertel hen het verhaal van Pol Pot zodat ze straks in het Museum Voor De Volkerenmoord de context een beetje begrijpen.

meesterbartIk vertel over zijn leger. Over hoe hij de klasse van de intellectuelen (de ‘slimme’ mensen) uitroeide en de rest van de bevolking verplichtte om te werken op het platteland. Ik vertel hoe deze grote stad in een paar dagen tijd helemaal leeg was. Hoe families uit elkaar werden gerukt en hoe Pol Pot kinderen van ongeveer de leeftijd van Seppe (hun neef) inlijfde als soldaten of bewakers. “Maar wat is er dan gebeurd met Pol Pot?” wil Bas weten: “Hebben ze dan geen list gevonden om hem te vangen?” Aan de muur naast ons tafeltje hangt een grote kaart van Cambodja. Dat wordt mijn bord en even word ik ‘Meester Bart’. Ik leg uit hoe hoe Pol Pot ‘ruzie zocht’ met Vietnam en hoe de Vietnamezen uiteindelijk – na bijna 4 jaar – het land binnen vielen, de mensen bevrijdden en Pol Pot en wat overbleef van zijn leger naar de jungle verjaagden.

meesterbart02Onderweg naar het vroegere schooltje blijven vragen opborrelen. “Waarom alleen de slimme mensen?” wil Bas weten: “En waarom mochten kinderen niet meer naar school?” Ik vertel dat alleen de school van Pol Pot nog was toegelaten. Alle andere leraren werden vermoord. “Ik hoop dat die twee vannacht zullen slapen,” fluistert Griet bezorgd. De Tuk-Tuk dropt ons op de hoek van het domein en we wandelen de speelplaats op. “Willen jullie een gids?” vraagt een vriendelijk meisje aan de balie. Het kost $6 en het lijkt me wel de moeite. Een magere oudere dame vergezelt ons dus tijdens ons bezoek. Haar Engels is niet altijd even duidelijk en we moeten goed luisteren om haar te begrijpen.

Bas vindt een goeie klimplek en ik verwittig hem dat dat hier niet de bedoeling is. Ik wijs hem ook op een bordje dat oproept tot stilte. Onze gids kijkt hem vertederd aan. Bas en Lena lijken de Cambodjanen moeiteloos in te palmen. Onze kinderen zijn alvast een manier om ons minder toerist te voelen. Als me het onbehagelijk ‘wat zijn we toch pottekijkers’-gevoel bekruipt dan zalft de manier waarop de Cambodjanen de kinderen bekijken bijna onmiddellijk.

ondervragingWe bezoeken eerst de ruimtes waar de politieke gevangenen werden gemarteld. In elke ruimte staat alleen een ijzeren bedkader. De gids beschrijft hoe het bevrijdingsleger deze plek aantrof. Net voordat de bewakers waren gevlucht hadden ze de nog aanwezige gevangenen vermoord. In elk oud klasje hangt een wazige foto van het lichaam dat ze er aantroffen. Bij elk lokaal krijgen we nieuwe stukjes van het verhaal: hoe gefolterd werd, de duizelingwekkende aantallen, hoe jong de folteraars waren (12 tot 17). De dame wijst naar een vage vlek op de foto. “Gieren,” zegt ze: “In tijd tussen de vlucht van de Rode Khmer en de komst van de bevrijders waren de gieren al aan de lichamen aan het pulken.” Ze wijst ook naar het hoge plafond van het klasje: “Blood.” Haar stem is bijna een zucht. Ik vertaal heel selectief voor Bas en Lena. “Is dat bloed?” vraagt Bas. Ik knik. Ook in andere lokalen gaat Bas op zoek naar bloedsporen. Hij vindt er nog vaak.

We gaan langs foto’s van slachtoffers. Om te bewijzen dat ze hun werk goed deden, hielden de soldaten nauwgezette dossiers bij. Alle gevangen werden gefotografeerd bij aankomst en nadat ze stierven tijdens het martelen. De gids toont ons vreemde details. De bewakers wilden foto’s van gelukkige mensen, ook al wisten die wat hen te wachten stond. Je leest doodsangst in de ogen van een glimlachende man en op een andere foto zie je de hand van een bewaker die een slachtoffer kietelt.

    Pol Pot vond lange haren 'te intellectueel'. Alle meisjes kregen dus een kort kapsel.

Pol Pot vond lange haren ’te intellectueel’. Alle meisjes kregen dus een kort kapsel.

“Dit gebouw was voor politieke gevangenen. Die bleven meestal een maand of zes voor ondervragingen,” vertelt de dame: “Het andere gebouw was voor familie. Die bleven maar een maand voor ze vertrokken naar ‘The Killing Fields’ om gedood te worden.” Ze toont foto’s van vrouwen die hier gevangen waren. “Wat is er hetzelfde aan deze dames ?” vraag ik aan Bas. “Ze leven nog,” gokt hij. Nee, ze hebben allemaal hetzelfde kapsel. Pol Pot wou korte kapsels want lang haar werd als ’te intellectueel’ gezien. In andere klaslokalen werden muurtjes gebouwd om cellen voor 1 persoon te maken. De gevangene werd aan de muur geketend en kreeg een doos van mitrailleurpatronen om zijn gevoeg in te doen. De gids toont de cellen van twee mannen die het hebben overleefd. De ene was een mecanicien die in leven werd gehouden om de typemachine te herstellen. De andere was een kunstenaar die belast was met het schilderen van een portret van Pol Pot. Zo lang hij schilderde was hij veilig.

celWeer op de speelplaats toont de gids ons een houten constructie. Het was ooit een klimrek, maar de laatste keer dat het werd gebruikt was het om mensen aan op te hangen. Onder de galg staan grote stenen potten waarin slachtoffers werden verdronken. De gids kijkt me aan en begint een nieuw verhaal: “For me also, sir…” en een krop schiet me in de keel. Hoe oud is deze dame? Een stuk in de vijftig? Natuurlijk heeft ze het zelf mee gemaakt. “Ik was veertien toen het gebeurde,” gaat ze verder: “Ik ben iedereen kwijt geraakt. Mijn vader was ambtenaar en mijn moeder gaf les. Ze zijn allebei vermoord. Ik heb vier jaar in de rijstvelden gewerkt. Very bad time, sir.” Ze toont littekens aan haar been. Mijn hoofd duizelt terwijl ik luister naar haar gebroken stem.

cellenWe gaan een lokaal binnen waar schilderijen hangen van de kunstenaar die deze plek overleefde. Het zijn geen portretten van Pol Pot maar afbeeldingen van de meest gruwelijke folteringen. Hij schilderde ze voor dit museum. Bas vraagt uitleg en ik hou het kort. Lena frunnikt wat bedeesd aan mijn broek. De taferelen worden erger. Ik pak haar op en draai haar weg van de beelden: “Kijk maar een beetje naar buiten,” fluister ik.

De gids loodst ons naar buiten. We wandelen langs enkele stalletjes met boeken over deze plek. Ik leg uit dat we alles nog 2 maanden moeten dragen en we dus niets kopen. Wat verder komen we aan een klein tafeltje. “This is the mecanic that survived,” stelt de gids ons voor. Hij verkoopt zijn levensverhaal voor 10 dollar. Ik bekijk het boekje maar vooral de man. Een kranige tachtiger met donkere lachende ogen die wel lijken te stralen. Hij ziet er een warme en wijze opa uit. Dit kleine boekje koop ik wel en de gids vraagt of we een foto met hem willen. In een eerste reflex heb ik dat liever niet. Het lijkt me zo vreemd. Maar natuurlijk zijn er de kinderen, hij poseert met plezier. Wat verder loopt de rondleiding af. We mogen gerust nog wat rondkijken maar ik heb genoeg gezien. Ik betaal haar voor de gidsbeurt en geef er nog wat bij. Ze dankt me en ik dan durf ik het vragen: “Mag ik ook een foto van u?”

poserenOp de terugweg regent het vragen. We antwoorden zo eerlijk mogelijk. “Het is wel goed dat ze Pol Pot hebben kunnen wegjagen,” besluit Bas. “Ja! En dat hij dood is,” vult Lena aan. Ik knik maar besef dat de waarheid niet zo zwart-wit is als in de tekenfilms. “Niets is na een oorlog meer hetzelfde,” zegt de vader tegen het hoofdpersonage in ‘De schaduw van de wind’. (Ja Marieke, ik ben dit fijne boek aan het lezen). Maar wat moet je dan als mensen van hetzelfde volk elkaar hebben gefolterd en uitgemoord? Iedereen die hier ouder is dan veertig lijkt halve families te zijn kwijt geraakt, maar folteraars kregen amnestie in het teken van de hereniging van het Cambodjaanse volk. De werkelijkheid van Cambodja is er een van pijn en verdriet die ik amper kan vatten, laat staan uitleggen aan mijn kinderen.

<<< Naar American Gods   –   Naar deel 12 – Een stoep om op te leven >>>

five Comments

  1. Inge On 7 mei 2014 at 22:43

    Spijtig dat deze gruwelijke verhalen elders op de wereld nog alledaagse realiteit zijn.

  2. Stijn On 28 april 2014 at 13:13

    ja copain, slik zeg!

  3. Winne Monique On 26 april 2014 at 23:41

    Ik ben toevallig bij je blog terecht gekomen en heb hem in één trek uitgelezen. Prachtig geschreven, als je het leest voel je de sfeer en reis je mee. Als ik jou, Bas of Lena zie citeren dan hoor ik hun stemmetjes (van in de opvang). Wat een pracht ervaring voor de kinderen en ook voor jullie. Ik krijg er kippenvel van en ben zelfs (gezond) jaloers. Ik kijk al uit naar het volgende verslag. Nog een héél goeie reis toegewenst.
    Bedankt om dit te mogen delen.
    Groetjes, Monique van het Bondgenootje.

  4. Diderik en Myriam On 26 april 2014 at 11:33

    Ingrijpend verhaal. We kijken er naar uit om de volgend stap in jullie reis te vernemen.
    het gaat jullie goed.
    Groeten van Diderik en Myriam.

  5. Koen On 25 april 2014 at 19:38

    … indrukwekkende stuff, idd. niet over te slaan en … bovendien zijn jullie nu àlle 4 officieel toegetreden tot de orde van de ‘Polpottenkijkers’ … ha, een goeike … voor jullie lezers ginds minder goed nieuws : RIP Gabriel Garcia Marquez …

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked.