Zonnebrand en tinnitus

ONZE 3 MAANDEN IN ZUIDOOST-AZIË (deel 07)

We wandelen. Of nee, we schrijden in slowmotion, we dartelen met grote ogen en een tandpasta-smile over het strand. Deze plek kan alleen in reisbrochures bestaan en daar horen we ons naar te gedragen. Het zonovergoten strand is zijdezacht en we delen het alleen met wat locals en een handvol toeristen. Kapas, een piepklein eiland vlakij de kust van Marang, voelt bijna onwezenlijk aan.

longhouse

Ons guesthouse, The Captain’s Longhouse, is een typische Maleisische paalwoning met een grote centrale slaapzaal en daarrond kamers voor twee of drie personen. We nemen een kamer voor drie en besluiten Bas of Lena tussen ons te leggen. Om discussies te vermijden, spreken we een beurtrol af voor het plaatsje tussen mama en papa.

slaapzaal

Kapas heeft prachtige maanvormige stranden die bijna onmiddellijk overgaan in ondoordringbaar tegen de hoge rotsen opklimmend oerwoud. Ons donkerbruin geschilderd guesthouse is verstopt tussen wat palmbomen in de kleine strook waar het strand overgaat naar jungle. Op die smalle strook is alle bedrijvigheid van het eiland geconcentreerd. Verder is er alleen zee, zand en rimboe: geen wegen, geen auto’s en amper verharde wandelpaden.

Bas spoelt zijn voeten voor hij naar boven komt. Iedereen laat zijn slippers aan de ingang staan en spoelt het zand van zijn voeten. Een eenvoudig systeem om het zand binnenin wat te beperken.

Bas spoelt zijn voeten voor hij naar boven komt. Iedereen laat zijn slippers aan de ingang staan en spoelt het zand van zijn voeten. Een eenvoudig systeem om het zand binnenin wat te beperken.

Tinnitus

Maar de jungle is meer dan de stille coulissen van het prachtige theater van het strand. We horen verhalen over pythons, gifslangen, schorpioenen en dengue muggen. En dan is er dat geluid. Eerst dacht ik dat het de wind was die nog in mijn oren speelde na de trip met de speedboot. Ik heb wat last van suizingen maar dat hoor ik alleen als het muisstil is. Het schrille, bijna volstrekt monotone geluid dat ik nu hoor is veel erger. Dit klinkt als het honderdvoud van mijn vorm van tinnitus (of oorsuizingen). Ik hou mijn oren dicht. De scherpe toon verdwijnt en ik hoor alleen het zachte gefluit dat ik ondertussen helemaal gewoon ben. “Hoor jij dat ook?” vraagt Griet. “Ja, maar wat is het?” vraag ik me luidop af.

Bij momenten heb je de indruk dat het geluid van een specifieke plaats komt maar meestal is het alsof de hele jungle het doet. Soms zwelt het  aan alsof de bomen op elkaar reageren en steeds luider gaan fluiten. En dan, op een ongrijpbaar moment in de avondschemer, wordt het stil. ’s Nachts tsjirpt de jungle het herkenbare geluid van krekels, alleen onderbroken door de roep van exotische vogels. ’s Morgens, als de eerste zonnestralen tussen het groen van het oerwoud priemen, begint de tinnitus gewoon opnieuw.

Lena verjaart op onze tweede dag op Kapas. 's Morgens wikkelen Bas en ik een meegesmokkeld Mega Mindy pak in wat doeken en maken ze een pakje. Onze meid loop de rest van de dag als Mega Mindy over het eiland tot groot jolijt van de Hollanders op het eiland.

Lena verjaart op onze tweede dag op Kapas. ’s Morgens, terwijl Griet Lena aan het lijntje houdt, wikkelen Bas en ik een meegesmokkeld Mega Mindy pak in wat doeken en maken zo een pakje. Onze meid loopt de rest van de dag als Mega Mindy rond. Dit tot groot jolijt van enkele Nederlandse gezinnen op het eiland.

Earth hour

“What is that sound?” val ik de locals lastig. De jongen van de guesthouse haalt zijn schouders op. Zijn kennis van het Engels beperkt zich blijkbaar tot de standaardvragen van toeristen. Op de vraag waar we iets kunnen eten weet hij wel het goeie antwoord: “Koko Restaurant. First place from here on the beach.” Gezond eten voor Bas en Lena vinden wordt een grote uitdaging op deze reis. We hebben in Kuala Terengganu heel lekker gegeten maar veel maaltijden kwamen ofwel recht uit het vet of waren verschrikkelijk zoet. En Bas en Lena beperkten zich meestal tot het vetste, het zoetste of gewone witte rijst. “Ze kunnen toch geen drie maanden overleven op rijst met ketchup of mango’s?” piekert Griet. Bij Awi had Griet wat gecompenseerd door nu en dan zelf te koken maar hier kan dat niet. De redding op Kapas kwam er met Koko Restaurant.

De uitbaatster is Engelstalig. Ze is half Maleisisch, half Brits, een jonge dame met het heerlijkste Britse accent dat je je kunt voorstellen. Haar Restaurant is een piepkleine open constructie op het strand. Het merendeel van de tafels staat gewoon in het zand.We zijn wat vroeg, de zon verdwijnt straks achter de horizon van het vasteland en de gloed van de ondergang deelt de zilveren zee in twee.

earthhour

Bas en Lena spelen tot diep in de avond op het strand en wij stellen verbaast vast dat we plots een heuse tête-à-tête hebben.

Op alle tafels branden kaarsen. “Tonight is ‘Earth hour’,” legt de uitbaatster uit als ze onze bestelling komt opnemen: “We’re not using the lights, I hope you don’t mind.” Earth hour is een internationale oproep om op dezelfde dag in heel de wereld, na het ondergaan van de zon, het nog een uur zonder kunstlicht te doen. Energie besparen, ons vergewissen van onze al te voor de hand liggende luxe, dat soort dingen. Thuis vergeet ik het steeds maar hier op dit eiland wordt het een magisch moment. “No, it’s wonderful,” lach ik.

Griet bespreekt het menu van de kinderen. Het worden noedels met veel groentjes en helemaal niet ‘spicy’. We drinken een frisse Carlsberg en het eten is verrukkelijk. De kinderen werken hun hele portie naar binnen. “Het is heerlijk!” oppert Lena. “Ja, we zullen moeten boffen met de kok,” besluit Bas. Ik kan mijn glimlach de hele avond niet bedwingen. “Veel perfecter kan het leven niet worden,” toost ik. Griet lacht en ik bedenk dat ik dit moment zo lang mogelijk moet vast houden.

“What’s the strange noise you hear in the jungle,” probeer ik ook bij onze Brits-Maleisische gastvrouw. Het is ondertussen donker, we horen dus enkel de krekels en ik krijg niet precies uitgelegd wat ik bedoel. Ze klaagt over ‘fruitbats’: “Ze leven in de boom hier boven jullie tafel en als ze een beetje territoriaal worden maken ze een verschrikkelijk agressief gepiep.” Later op de avond horen we wat van die beesten vechten. Ik herken het geluid dat ze heeft uitgelegd, maar het komt niet in de buurt van tinnitus.

zonnebrand

Ik ben het omgekeerde van een zonneklopper. Op reis beweeg ik me steevast van schaduwplek naar schaduwplek. Als het niet nodig is kom ik het lommer niet uit. Terug thuis na het jaarlijks verlof is de eerste opmerking vaak: “En je bent niet bruin?” Dat is dus helemaal de bedoeling. Maar op Kapas komen toeristen om te snorkelen. De koralen liggen vlakbij het strand en met een beetje geluk zie je een grote zeeschildpad. We huren twee snorkels en Bas en ik gaan samen oefenen. Morgen gaan we naar de beste plek van het eiland om te snorkelen, vandaag verkennen we het strand bij onze hut. De onderwaterwereld is hier al een feest voor het oog en voor ik het goed besef lig ik drie uur in het water. Griet had voor Bas en Lena een praktisch pakje gekocht die de rug en de bovenarmen helemaal bedekt. Voor mij kocht ze een knalblauwe Diesel zwembroek. “Hij was aan de helft van de prijs,” Legt ze uit. Dat heeft ze altijd, een uitleg als ze mij ondergoed met sterren of zwemgerief in knalkleuren aansmeert. Onze bas krijgt dus een mooie bruine snoet, ik krijg een dieproze rug.

s' Anderendaags vind ik dankzij Limited Addiction een oplossing voor de verbrande rug.

’s Anderendaags vind ik dankzij Limited Addiction een oplossing voor de verbrande rug.

Op onze laatste avond op Kapas zitten we weer te vroeg aan tafel bij Koko Restaurant. We blijken met onze twee kinderen in een andere tijdszone te leven dan de de rest van het eiland. Om 7 uur zijn wij al klaar om de dag te beginnen, terwijl Kapas pas lijkt te ontwaken rond de middag. Om 14 uur krijgen we nog steevast een goedemorgen. Ook voor het avondmenu zijn we altijd te vroeg. “Maar papa, ik heb wel superdringend honger,” klaagt Lena.

In de hangmat naast het restaurant ligt een kerel te slapen. Ik herken hem. Ik denk dat hij bij de Longhouse werkt en ik moet toegeven dat ik hem in onze vier dagen op het eiland alleen heb zien slapen. ’s avonds sliep hij aan de ingang van de slaapzaal en moeten we Bas en Lena goed inpeperen dat ze stil moeten zijn als ze daar gaan rondhangen. Maar ’s namiddags ligt hij daar nog. De eerste dag, toen ik ons wou inschrijven, maakte ik hem wakker aan de strandbar van ons guesthouse en nu ligt hij hier in de vooravond te pitten in een hangmat.

benlophetstrand

Als ze naar onze bestelling komt luisteren, vraag ik het opnieuw: “Listen, that is the sound I was talking about.” We luisteren samen naar het gezoem. “Ooh,” zegt ze: “Those are Cicada’s. Vraag me niet waarom ze dat doen maar een paar keer per jaar maken ze zo’n lawaai. Meestal duurt het een paar weken en dan worden ze terug stil.” ’s Avonds google ik het beest, luister nog even naar de krekels en ga volmaakt tevreden slapen. Klaar voor een nieuw avontuur, morgen in Kota Bharu.

<<< Naar deel 06 – De eerste crisis   –    Naar deel 08 – Koken in Kota Bharu >>>

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked.