Huisgenoten

ONZE 3 MAANDEN IN ZUIDOOST-AZIË (deel 04)

Er zitten mieren in ons toilet. Ik vind niet waar ze vandaan komen of hoe ze er weer weg raken maar ze zijn er steeds. ’s Morgens zijn de aantallen nog bescheiden maar ’s avonds lijkt onze pot een heus banket. Ik snap niet wat hen er zo aanspreekt. De weeë geur van urine, de nabijheid van zoete lavendelzeep,… Hoe dan ook, Lena wil een escorte. Als vanouds vergezel ik mijn dochter dus opnieuw naar het toilet.

Ik check het porselein, spoel de ongenode gasten weg en zet mevrouw mooi op de bril. Ik zeg aan Lena dat ze de gebruikte papiertjes niet in het toilet mag gooien. De riool beperkt zich hier tot gewoon recht naar beneden in de rivier en die velletjes blijven hangen in de waterplanten onder ons huis. We deponeren ze dus in een plastic zakje en gooien de handel bij het vuil. In de Trotter hadden ze het over een gat in de vloer maar in onze hut hebben we alvast een echte pot. Al krijgen we spoelknop niet aan de praat, doorspoelen doen we dus met een emmer die we vullen in de douche. We zijn heel zuinig met toiletpapier want we hebben maar één rol bij van thuis en hier in Maleisië lijken ze dat niet te gebruiken. Hier heb je in elk toilet een waterslang. Gistern, stap in de stad, maakte ik namelijk kennis met het openbaar toilet – zonder wc-papier – en laat ons het er op houden dat buikkrampen en een toilet met alleen een waterslang geen al te leuke combinatie is.

lenaindedouche

Naast het toilet bestaat ons sanitair uit een douche zonder afvoer (het water loopt gewoon door de spleten in de plankenvloer in de rivier) en een piepklein wastafeltje. Wie een douche neemt, maakt de hele badkamer nat. Dat lijkt de kinderen bijzonder te plezieren. Hun reserves voor het toilet verdwijnen helemaal als we ’s namiddags douchen. Dan worden de mieren genadeloos weggespoeld met een koude waterstraal.

onzehut04

Avondgasten

Het is bijna middernacht. Griet leest in Zafón en ik ben aan het bloggen als er plots een kat over ons portaal schiet. We schrikken. Onze deuren staan bijna altijd open – ook als we weg zijn – en we beseffen dat het beest ook wel eens op bezoek kan komen als we er niet zijn. Voor ze terug in het duister verdwijnt, krijgen we de tijd om haar goed te bekijken. Haar halve staart eindigt in een harige bobbel. Ik vraag me af of het een ongeluk of inteelt is. Ik zag op ons eiland wel meer katten met misvormde staarten.

onzehut02

Naast de occasionele kat zijn eigenlijk vooral de muggen onze gasten na zonsondergang. Onze hut is uitgerust met twee oude muskietennetten en een kommetje met daarin ‘Fumakilla A’. Dat zijn geurstokjes die je hier in elke winkel vindt. Je laat ze smeulen en de vreemde exotische geur houdt de muggen op afstand. Toen ik deze namiddag begon te rommelen aan mijn rugzak kreeg ik een hele zwerm over me heen. De kom met Fumakilla A staat nu dus bij de rugzakken en lijkt aardig te werken. Verder komt het er op aan om ’s avonds gedisciplineerd te smeren met Mousti-Mug. Awi verzekerde ons dat we niet moeten inzitten met malaria. Dat komt hier niet voor. Gelukkig maar want ondertussen staan we allemaal vol bobbels.

fumakillaAIk check mijn cadetten nog even voor ik ga slapen, stap voorzichtig het steile trapje naar hun halve verdiep op en merk dat het niet overbodig is. Lena ligt omgekeerd, met haar hoofd uit het net. Basmans voet hangt aan de andere kant uit het bed. Ik sluip binnen in het net en her-organiseer mijn kroost. Bas geeft geen kik, Lena zit eventjes slaapdronken recht en nestelt zich dan weer op haar kussen. Ik geef ze beiden een zoen en maak het net met twee wasknijpers dicht: “Slaap zacht, piraten.”

<<< Naar Lena op de bus   –   Naar deel 05 – Het eiland van de zeemeermin >>>

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked.