Op stap met reuzen

ONZE 3 MAANDEN IN ZUIDOOST-AZIË (deel 15)

Vol ontzag hou ik het stappen van de reusachtige viervoeter in de gaten. Ik vraag me af of het zogezegde supergeheugen van de olifant met dat stappen te maken heeft. Hij kiest altijd het beste plekje van het pad. Nooit zet hij ook maar één poot op een wortel of een steen. Alsof hij nog precies weet hoe het pad onder zijn achterpoten er uit ziet. De helling gaat stijl naar beneden maar dat lijkt het enorme dier niet te deren. Hij raakt nooit uit balans en verliest nooit zijn grip.

Een karavaan van 6 olifanten is net aan een tocht van 8 kilometer door de bergen van Sen Monorom begonnen. Griet zit samen met de kinderen op de rug van zo’n beest en ik volg ze te voet van op een kleine afstand. Als de dieren een heerlijk stuk fruit aan een boom zien hangen of wat bamboe binnen slurfbereik vinden, houden ze even in om te eten. Verder houden ze er flink de pas in en als ik even stil blijf staan om foto’s te nemen moet ik onmiddellijk wat bijbenen. De mahouts – zeg maar de jockeys van de olifant – gaan omzichtig en geduldig met de dieren om en een ‘bullhook’ valt nergens te bespeuren. Het wrange gevoel bij deze uitstap begint wat te vervliegen.

opstapmetdeolifant

Een wrang gevoel omdat ik me voor ons vertrek wat had ingelezen in de problematiek rond olifanten en toerisme. Volgens de groenste van alle bronnen bega je al een groot misdrijf van zodra je je op de rug van een olifant zet. Die beesten zijn daar niet voor gemaakt en zijn als jong dier zo goed als gefolterd om tam te worden. Als zelfverklaarde dierenvriend stond ik voor een groot dilemma want vanaf dag één begon Lena’s verhaal over onze reis met: “En ik ga op de rug van een olifant zitten.” Andere bronnen raden je aan om bij een uitstap met olifanten heel kritisch te zijn voor de begeleiders. Je moet er op letten dat die befaamde ‘bullhook’ niet wordt gebruikt en dat de dieren genoeg tijd krijgen om zich te wassen en te eten. Gisteren, bij het boeken van de uitstap, bleek al snel dat mijn grieven ook in Sen Monorom de gemoederen beroeren.

De olifantenoorlog van Sen Monorom

Wat Brugge en Ieper hebben met chocolaatjes, dat heeft Sen Monorom met olifanten: een oorlog onder de kleine zelfstandige. Aan de ene kant heb je de lokale bevolking die al jaren werkt en leeft met de olifanten, eerst in de bosbouw en nu voor toeristische doeleinden. Aan de andere kant is er een NGO die hier jaren geleden neerstreek en hun eigen olifant-vriendelijker aanbod voor toeristen heeft uitgewerkt.

Cambodja lijkt trouwens een soort bedevaartsoord voor NGO’s. We praatten in Phnom Penh met een Australische dame die de halve wereldbol heeft afgereisd om voor een NGO onderwijsprojecten op te starten en die nu voor de tweede keer in Cambodja verblijft. In Kampot zagen we een NGO die zich over een bibliotheek ontfermt. Je vindt ze werkelijk overal: er is een populair circus in Battambang dat met kansarme jongeren werkt en in heel het land sympathieke voorstellingen geeft. Je kan gaan ontbijten of logeren in guesthouses die vast hangen aan opleidingen en er zijn tal van winkels die beroep doen op de naastenliefde van de rijke toerist en zo jonge mensen kansen geven. Zo goed als alle expats in Cambodja lijken via een NGO te bouwen aan een beter leven voor minderheidsgroepen: voor de slachtoffers van landmijnen, voor dorpen zonder proper water, vrouwen in de prostitutie, kansarme gezinnen, straatkinderen,… In Sen Monorom is de gelukkige minderheidsgroep de olifant.

pamflet

Toen we ons gingen informeren in de Happy Elephant Bungalows merkten we voor het eerst iets op van het conflict. Een pamflet, een regelrechte aanklacht tegen de NGO, zat ostentatief verstopt in het menu. Bij gebrek aan goed internet – de G3 lijkt niet te reiken tot de bergen van Sen Monorom en van WiFi is er in onze guesthouse vooralsnog geen sprake – informeerde ik me gewoon bij de man aan de bar. Hij biedt olifantentochten aan via de inheemse Bunong gemeenschap en zijn ogen schoten bijna vuur toen ik de NGO vermeldde. “Ze zijn vernietigend geweest voor de Bunong community, en dat met leugens en zonder dat die gemeenschap op hen kan rekenen voor het verbeteren van de leefomstandigheden van hun olifanten,” ging het pleidooi: “Ze gebruiken het geld van de toerist voor het uitbouwen van hun eigen aanbod en de lokale mensen blijven achter met kruimels.” Hij verzekerde ons dat de olifanten goed worden behandeld en dat we dat zelf wel zullen vast stellen als we een trip boeken. Ik besloot zijn woord voor waar te nemen en boekte dus een uitstap met de olifanten van de Bunong gemeenschap.

Een dag bij de Bunong

Tegen de middag komen we bij een open plek aan het water. We stappen af, de dieren worden afgetuigd en verdwijnen samen met hun mahout in het bos om te eten. Wij profiteren ervan om te zwemmen en maken kennis met onze collega-toeristen. Een groot gezin uit Australië heeft een hele dag bij de Bunong geboekt. Naast de olifanten-tocht blijven ze vanavond nog bij hen eten in het dorp. Griet en de praatgrage mama wisselen verhalen uit. Ik ga met Lena, Bas en een flamboyante Italiaan en zijn kinderen op verkenning in het bos. We stoten op wat jonge gasten die met een tot crossbrommer omgebouwde bromfiets door het bos aan het vlammen zijn. De motor lijkt tot op de rand van zijn kunnen gedreven en maakt een verschrikkelijk hels en scherp lawaai.

Makkelijk zitten doe je er niet op maar indruk maakt de in elkaar geknutselde bromfiets anders wel.

Makkelijk zitten doe je er niet op maar indruk maakt de in elkaar geknutselde dirtbike anders wel.

De Italiaan trekt verder het bos in en ik keer met Bas en Lena terug naar het water. We wisselen het zwemmen af met smeren tegen de muggen en verorberen onze lunch. Vier uur later verschijnen de olifanten opnieuw uit het bos. Ze wandelen onverschrokken op de gladde stenen van de rivier en verdwijnen uiteindelijk zo goed als helemaal in het water voor een verkwikkend bad. Bas en Lena klimmen met andere toeristen op de ruggen van de beesten en weten niet waar eerst gewreven op de grote, stekelharige koppen. Ik hou ze van op een afstand in de gaten en bedenk dat dit eigenlijk veel leuker lijkt dan het rijden op die beesten.

inbadmetdeolifant

Griet en vooral de nogal gezette Australische papa hadden mij verzekerd dat die mand verre van comfortabel is. Ik neem mijn voorzorgen en pak op de terugweg een handdoek mee naar boven. Bas mag plaats nemen op de kop van het dier waardoor ik genoeg plaats heb om me samen met Lena in het mandje te installeren. Puffend schudden we mee met het ritme van de kolos. De verzengende hitte van de namiddagzon is onverbiddelijk op de hoge rug van een olifant. Je vindt er zelden of nooit schaduw en als je er hebt moet je opletten voor de snijdende takken van de bomen.

opdekop

“Was it more comfortable on the head of the elephant?” vraag ik aan één van de Australische meisjes die tijdens de terugrit ook op de kop van de olifant had gezeten. “Oh no, it was possibly even worse,” lacht ze. In het dorp nemen we afscheid van de olifanten terwijl één van de mahouts ons toont hoe de Bunong wonen. De Italiaanse papa grapt met de man alsof hij hem al jaren kent. Ik kijk op van de flair van de Italiaan en bedenk dat mijn Vlaamse genen op dat gebied toch zwaar te kort schieten.

afscheidolifant

De Bunong gastheer en zijn gezin wonen samen met hun kippen, honden en een biggetje onder het strooien dak van een kleine houten hut. Koken doen ze in het midden van de plek en de rook van het vuur zorgt ervoor dat de voedingswaren die in de nok van het dak worden bewaard vrij blijven van de insecten. Wij zitten op een houten platformpje waar de dieren onder scharrelen. De vader legt uit, de oma luiert met een peuter op de arm in een donkere hangmat en de vrouw des huizes is bezig aan het maal voor de gasten. Een stok gaat op en neer in een bamboe stam waarin rijstsoep wordt opgewarmd. “This is traditional Bamboo-cooking,” glundert de gastheer. Ik bekijk de Australische papa terwijl hij aan het luisteren is. Eén van zijn dochters is tijdens het terug stappen onwel geworden en keert helemaal uitgeteld terug naar het hotel. De rest van de familie blijft maar ook hij ziet er afgepeigerd en oververhit uit. Ik vraag me af of zijn rijstsoep hem straks gaat smaken. De hitte in de hut is beklemmend en ik besluit wat te gaan wandelen. Rond de hut staan ook gewone houten woningen en glimlachend besef ik dat de Bunong het hutje gewoon gebruiken om indruk te maken op de toerist.

De gastheer draait het vlees op de barbecue.
De gastheer draait het vlees op de barbecue.

De man van de Happy Elephant Bungalows komt ons met zijn gammele Toyota oppikken en we nemen afscheid van de groep. De Italiaan doet amper moeite om zijn grijns te verbergen als hij de puffende Australiër een lekker avondmaal toewenst. Hij rijdt met zijn zoon op een bromfiets terug. Zijn vrouw en dochter schuiven samen met Griet, Bas en Lena op de achterbank. Ik neem plaats naast de man van de Happy Elephant Bungalows en vertel hem dat het mee viel. Dat ik de indruk had dat de olifanten goed werden behandeld. Hij knikt en begint een nieuwe tirade tegen de NGO. Ik laat hem ratelen en geniet van het prachtige landschap dat aan ons voorbij trekt.

Later, met wat beter internet en tijdens het schrijven van deze post, leer ik dat het verhaal wat genuanceerder is. Dat, hoewel de bezwaren van de lokale gemeenschap niet onterecht zijn, de komst van de NGO en vooral de bewustwording rond de uitbuiting van de dieren een hele goeie zaak is. Voor de olifanten zou een samenwerking tussen beide partijen ongetwijfeld nog beter zijn. Ik hoop alvast dat ze er ooit uit raken.

<<< Naar deel 14 – Een stad op rode aarde   –   Naar deel 16 – De hitte van Kratié >>>

two Comments

  1. Inge On 7 mei 2014 at 22:39

    Eerst viel Viktors mond open toen ik vertelde over het avontuur van Bas. Toen ik erbij loog dat het eigenlijk op een olifant van de kermismolen was geloofde hij het wel. Ik denk dat hij eerst de foto’s zal willen zien eer hij het echt gelooft.
    Veel plezier nog op jullie reis. Het is fijn het hier te kunnen volgen.

  2. Koen On 6 mei 2014 at 17:47

    Quel contraste met het verkeersinfarct van een overbevolkte wereldstad … COOL!

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked.